Selecteer een pagina

De periode na het overlijden van een dierbare kan de nabestaanden dichter tot elkaar brengen. Maar soms ontstaan juist gemakkelijk conflicten of wordt oud zeer opgerakeld.

De periode na overlijden

Na het overlijden van een dierbare breekt een nieuwe periode aan: de nabestaanden moet verder zonder de ander. Het kan een periode van rouw zijn, van verdriet. Soms is er sprake van opluchting of andere gevoelens. Meestal is er tijd en rust nodig om te wennen aan de nieuwe ontstane situatie. Maar tegelijkertijd moet de nalatenschap worden afgewikkeld. Dit kan haaks op elkaar staan. Er kunnen dan ook makkelijk spanningen en conflicten onder de nabestaanden ontstaan. Dit kan vele oorzaken hebben. Inzicht in de aanleiding van de problemen kan u helpen om tot een oplossing te komen.

Verhoudingen veranderen

Als iemand is overleden, veranderen vaak verhoudingen binnen een familie. Met het verlies van bijvoorbeeld de langstlevende ouder kan de bindende factor wegvallen. De verhoudingen veranderen, een oudste kind neemt nu bijvoorbeeld de van familieoudste op zich. Het kan zijn dat anderen daarmee moeite hebben. Ook kunnen allerlei gewoonten verdwijnen, bijvoorbeeld de gewoonte om de feestdagen met elkaar door te brengen. Daarnaast is het mogelijk dat de noodzaak om contact met elkaar te hebben, verdwijnt door het wegvallen van het familielid. Zeker als de onderlinge relatie al niet zo goed was, is het moeilijk om samen een nieuw evenwicht te vinden. Dit kan nog verder bemoeilijkt worden als een partner van één van de nabestaanden een (te) grote rol wil spelen.
Juist in deze periode waarin u veel met elkaar te regelen hebt, is er extra reden om wat meer moeite voor elkaar te doen. Begrip voor elkaar is zeer wenselijk.

Oude problemen

In een familie kunnen in het verleden al onderlinge problemen zin ontstaan. De kans is groot dat die problemen juist in deze moeilijke periode een grote rol blijven of gaan spelen. Het vergt veel van elke betrokkene om neutraal te blijven, om zo alles tot een goed einde te brengen. Als u denkt dat de bestaande problemen niet opzij kunnen worden gezet, is het verstandig een onafhankelijk buitenstaander zoals een notaris of een “mediator” in te schakelen. Een mediator is een neutrale conflictbemiddelaar.

Eerder gemaakte afspraken

Als er een testament of een codicil is gemaakt, dan moet dit (meestal) worden gerespecteerd. Dat geeft enerzijds duidelijkheid, maar het betekent niet dat deze bepalingen ook worden geaccepteerd door de erfgenamen. Zij kunnen het bepaalde in het testament als onrechtvaardig beschouwen. Of ze zijn van mening dat het testament gedateerd is. Ze vinden bijvoorbeeld dat de inhoud van het testament dateert uit een tijd waarin de verhoudingen anders lagen. Jaloezie kan de kop opsteken en er kan onderling geroddel ontstaan. Het is moeilijk om in een dergelijke situatie eerlijk en respectvol met elkaar om te gaan. Het helpt om u te realiseren dat de erfgenamen meestal niets te maken hebben gehad met de inhoud van het testament. Ook helpt het om begrip te hebben voor ieders gevoel.

Als de overledene bij leven mondelinge afspraken heeft gemaakt met één of meer nabestaanden, kan ook dit een bron van conflicten zijn. Bijvoorbeeld omdat iedereen een eigen interpretatie heeft van een mondelinge toezegging. Voorkom dit probleem door alle afspraken en informatie te documenteren in de Nabestaandenmap.

Zakelijkheid en gevoel

Van de nabestaanden wordt een zakelijke houding verwacht bij het afwikkelen van de nalatenschap. Maar het gevoel kan natuurlijk niet worden uitgeschakeld. Ieder handelt bewust of onbewust vaak vanuit zijn eigen belang. Bovendien kan niet iedereen zijn belangen en gevoelens altijd goed verwoorden. Zeker kort na een overlijden reageert men vaak emotioneel. Niet goed afgewogen of ongenuanceerde woorden kunnen het gevolg zijn. Ook kunnen eerder opgebouwde maar onderdrukte irritaties opeens in alle hevigheid naar boven komen.

Verschillende gevoelens en belangen

Mogelijk voorkomende gevoelens en belangen zijn:

– Emotioneel: ik heb het meeste verdriet en daarmee recht op…
– Gevoelens van eer: als enige dochter die hem/haar verzorgde heb ik recht op…
– Het verleden/oud zeer: jij pestte me vroeger altijd, nu zal ik jou eens dwarszitten.
– De plek in het gezin: als oudste wil ik de belangrijkste erfstukken.
– Financieel: ik heb weinig geld en ik heb de spullen het hardst nodig.
– Gevoel van ongelijkheid: jij hebt toch al een hoog inkomen, wij moeten leven van een laag salaris.

Iedereen bekijkt de situatie vanuit zijn eigen optiek. De ene nabestaande wil alles snel regelen en stelt zich verstandelijk/zakelijk op. De ander is emotioneel en wil dat daar aandacht voor is.

Wat de gevoelens of belangen ook zijn: uitspraken en gedragingen worden vaak niet zo bedoeld. Iedere nabestaande wil gewoon respect voor zijn of haar unieke gevoel. Het helpt om u te realiseren dat gedragingen of woorden niet altijd even genuanceerd zijn, omdat ze beïnvloed woorden door de situatie. Mocht het uit de hand dreigen te lopen, las dan een pauze in of haal er een neutrale buitenstaander bij.

Begrip

Er wordt veel begrip voor elkaar gevraagd. Begrip voor mogelijke emoties in de periode na het overlijden en ieders eigen gevoel daarin. Begrip voor gebeurtenissen in het verleden en ieders rol in de familie. Er wordt een groot beroep gedaan op de waarde van “geven en nemen”, maar ook luisteren naar de gevoelens en wensen van de anderen. In plaats van ruzie te maken over hoe ieder het wil, kunt u beter de tijd nemen om elkaar te vragen naar de reden van iedere wens. Dat geeft wellicht ruimte.